Patat eten voor circulaire noodverlichting
“We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them”
Albert Einstein sloeg de spijker op de kop toen hij deze woorden de wereld in slingerde. Wat hij hiermee bedoelt is dat het ondenkbaar is dat we de antwoorden zullen vinden die we nodig hebben in hetzelfde bewustzijnsniveau waarin we iets als een probleem ervaren. Revolutie in plaats van evolutie. Klinkt Cruijffiaans, maar ik zal het uitleggen.
Onze huidige duurzaamheidsuitdagingen, zoals het afvalvraagstuk en het grondstoffentekort, zijn ontstaan in onze lineaire economie benadering. Iets wordt gecreëerd en uiteindelijk weer weggegooid. Dit is niet langer houdbaar en de noodzaak om te transformeren naar een circulaire economie is hoog. Dit vraagt echter om een radicaal andere aanpak en zienswijze. Bewustwording, lef en de wil om te veranderen zijn hier de basis van.
Famostar is zich hier inmiddels van bewust en wij voelen verantwoordelijkheid hier mee aan de slag te gaan. De intentie is er dus, maar hoe gaan we dit aanpakken? Toen deze vraag een paar jaar geleden op kwam, voelde het als staan in een volledig witte omgeving. Welke kant ga je op? Er waren toen niet veel oriëntatiepunten dus zijn we maar een kant op gaan lopen. Alles is beter dan stil blijven staan. Dan mis je de boot uiteindelijk.
Dit resulteerde in heel veel, op zichzelf goede, initiatieven waarvan we geen idee hadden wat de daadwerkelijke impact was. Deze hadden in eerste instantie met name te maken het laag hangend fruit uit scope 1 (directe emissies) en 2 (indirect emissies). Denk aan groene energie inkopen, elektrificatie van het wagenpark en koffiebekertjes en het planten van bomen.
Gaandeweg begon er een steeds duidelijkere visie en bewustwording te ontstaan. Om dit in goede banen te leiden en de focus te houden werd er een toegewijde functie van Manager Duurzaamheid gecreëerd. Deze rol viel mij ter ere en is mij op het lijf geschreven, daar ik ook persoonlijk affiniteit heb met het thema en mij er al langere tijd mee bezig houdt. En zo werd ik ineens het gezicht van deze duurzaamheidscampagne en kreeg ik de bijnaam ‘de groene Hulk’. Je hebt het maar te accepteren.
Afijn, nu maken we ook werk van de complexere uitdagingen uit scope 3. Bij deze thema’s zijn we afhankelijk van alle actoren uit ons netwerk, zowel aan de upstream kant (leveranciers, logistiek, woon-werk verkeer, etc) als aan de downstream kant (klanten, gebruiksfase, end-of-life, etc).
Om te bepalen wat nou onze ecologische voetafdruk is hebben we een Life Cycle Analysis gemaakt van onze producten. Hier in wordt de productie-, assemblage-, gebruiks- en end-of-life fase uitvoerig onder de loep genomen, geanalyseerd en gewaardeerd. Dit was niet zo makkelijk want er is inmiddels een keur aan methodes en welke gebruik je dan? Wij keken vooral naar de eco-cost en carbon footprint. Hieruit kwam een duidelijk verschil tussen de aanduiding armaturen en de noodverlichtingsarmaturen, waarbij bij de eerste de gebruiksfase veel zwaarder bleek te wegen. Ook op het oog logische factoren als transport van onze inkoopdelen (m.u.v. vliegen) bleken in praktijk minder van invloed. Al met al werd het beeld van waar de zwaartepunten zich bevonden steeds duidelijker. De insteek is acties te initiëren die er echt toe doen en niet omdat het ‘zo lekker aansluit bij de publieke verwachtingen’.
Een voorbeeld: de behuizing van Famostar producten bestaan uit hoog technische kunststoffen. Deze zijn gemaakt op basis van fossiele grondstoffen (aardolie). Wat als we deze fossiele brandstoffen kunnen elimineren door gebruik te maken van gerecyclede (PIR of PCR) materialen of biobased materialen (obv plantaardige grondstoffen als frituurolie). Dat het eten van een patatje (of is het friet?) bijdraagt aan een meer circulaire noodverlichting. Albert Einstein zou trots zijn!