Door de verantwoord beheerde bomen het duurzame bos niet meer zien
“Circulariteit, duurzaamheid, carbon footprint, Net Zero, Cradle-2-Cradle, Co2 compensatie. HELP!”
De termen vliegen ons de laatste tijd om de oren. Als je ze als bedrijf niet gebruikt loop je inmiddels hopeloos achter. Maar als er achter het gebruik van deze termen slechts een lege huls zit, zijn het niets meer dan loze woorden. Vorig jaar werd Shell door de Reclame Code Commissie terug gefloten omdat de term ‘Co2-neutraal’ misleidend wordt geacht. Daarna verving Shell de term ‘CO2-neutraal’ door ‘CO2-compensatie’. Ze dachten dat daarmee het probleem was opgelost. Maar wederom oordeelde de RCC dat de term een ‘absolute milieuclaim’ is, en dat Shell op geen enkele manier kan bewijzen dat het planten van bomen de klimaatschade welke ontstaat door benzine, teniet doet. Deze nieuwe beslissing bevestigt dat het niet uitmaakt welk woord ze gebruiken. Zolang ze niet kunnen bewijzen dat het echt werkt wat ze beloven, is elk woord misleidend.
Hier zit voor Famostar dan ook de crux, we willen bewijsbare dingen doen die echt impact hebben. Toch worstelen wij ook met dit thema. Inmiddels is de witte omgeving vanwaar we vertrokken, zoals ik in mijn vorige blog beschreef, niet zo wit meer. Want deze heeft zich inmiddels gevuld met een heleboel zich als verantwoord geplante voordoende bomen, die het zicht op het duurzame bos van de circulaire economie aardig beginnen te belemmeren.
Die ene boom die wij omarmen, maakt die impact? En is dat dan in harde cijfers (en welke cijfer hanteer je dan?) of helpt het bij het vertellen van ons verhaal. Waar we voor staan en waar we naartoe willen?
Keuzes als het omgaan van onze huidige multi-color bedrukte witte productdozen naar bruine verpakkingsdozen en papieren tape en stickers zijn enorm zichtbaar voor onze klant, maar als je de daadwerkelijke milieu impact berekent is deze niet zo schrikbarend groot.
Een heel stuk meer impact maakt de mogelijke transitie van onze huidige op aardolie gebaseerde kunststof behuizingen naar biobased varianten. Inmiddels hebben wij een hele goede 1-op-1 te vervangen biobased polycarbonaat getest in nauwe samenwerking met onze spuitgieter en de materiaal leverancier. We zijn inmiddels bezig om dit materiaal te certificeren voor gebruik in onze producten. Wij verwachten hier heel veel van, maar als je de aardolie variant en de biobased variant in je hand hebt, zie je letterlijk geen verschil. Hoe ga je dit inpassen in je duurzame verhaal?
Wat zeker helpt is dat wij als branche ons gaan verenigen en samen afspraken maken over hoe we duurzaamheid & circulariteit inpassen binnen de huidige normen en regels. En waar noodzakelijk ons gezamenlijk inzetten deze aan te passen. Het is, als treffend voorbeeld, bizar dat wij in deze tijd van digitalisering vanuit de huidige normen, verplicht worden om een fysieke set aan handleidingen (liefst in meerdere talen) mee te leveren. Dit terwijl wij uitsluitend leveren aan de professionele markt. Ik durf mijn hand ervoor in het vuur te steken dat 99% ongelezen wordt weggegooid (hopelijk in de papierbak). Maar een kleine veiligheidsinstructie met een QR code naar een digitale handleiding, wat een besparing van 75% (!) oplevert, wordt door de keuringsstations niet goedgekeurd. Dat kan beter!
Laten we samen de rotte bomen neerhalen om zo de route door het duurzame woud een stukje toegankelijker te maken!
Overigens, ook Famostar plant (letterlijk) bomen ter compensatie van onze Scope 1 & 2 emissies. Maar dat roepen we maar niet te hard. De RCC luistert mee.